Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) is een netwerkorganisatie pur sang. Dat betekent dat ook onderzoekers kunnen aansluiten, stelt nieuwe voorzitter Menno Rasch. Graag zelfs!
“NDE is gewoon een hele goede, mooie organisatie.” Menno Rasch, die afgelopen januari begon als voorzitter van het Netwerk Digitaal Erfgoed, is duidelijk trots. Hij zal dan ook niet radicaal het roer om willen gooien nu hij sinds begin dit jaar voorzitter van het bestuur is van de organisatie waarbij hij al 3 jaar namens het KNAW Humanities Cluster is betrokken. Het netwerk zal dus nog steeds vooral kennisdeling en samenwerking stimuleren tussen instellingen met digitaal erfgoed. “Maar het Humanities Cluster is niet alleen een erfgoedinstelling, maar ook een onderzoeksorganisatie, en is daarmee wel een beetje een vreemde eend in de bijt”, vertelt hij. “Wij vertegenwoordigen in het bestuur het digitale academische erfgoed – al is niet heel scherp of duidelijk wat dat is. Daardoor zal onder mijn voorzitterschap vooral de link met wetenschappelijk onderzoek sterker worden.”

Is dat nodig?
“Sommige organisaties doen dat al heel sterk. Neem de Koninklijke Bibliotheek, die hebben een onderzoeker in residence en dat soort programma’s. Bij andere is dat minder. Veel wetenschappers komen natuurlijk wel in een leeszaal of gebruiken digitale collecties, maar zelf hebben erfgoedinstellingen niet altijd affiniteit met wetenschappelijk onderzoek. Die focus op wetenschap is sowieso al mijn rol in het bestuur en als voorzitter zit je er dan nog meer met je neus bovenop.”
Hoe ziet dat er concreet uit?
“Ik zie verschillende kansen. Een ervan is het stimuleren van toevoegen van data uit onderzoek aan collecties. Als onderzoekers data gebruiken van erfgoedorganisaties, voegen ze er bijna altijd data aan toe. Dat was altijd al zo: als een onderzoeker een boek schreef op basis van de collectie, was dat een toevoeging aan die collectie. Maar tegenwoordig gebeurt dat ook op andere manieren. Bij digitale data worden bijvoorbeeld verbanden door een digitaal archief heen gelegd. Het is interessant voor erfgoedorganisaties om die verrijking van hun digitale erfgoed weer terug te krijgen. Maar hoe archiveer je dat?”
Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Goetgevonden van het project REPUBLIC van het Huygens vind ik een mooie. Daarin zijn de resoluties van de Staten-Generaal gedigitaliseerd en via die webapplicatie doorzoekbaar gemaakt. Met Named Entity Recognition zijn uit de data persoonsnamen, plaatsnamen en organisatienamen gehaald, en aan elkaar verbonden. Die informatie staat nu bij het Huygens, maar is natuurlijk ook hartstikke relevant voor het Nationaal Archief. Voor het huidige gebruik zijn de data prima opgeslagen bij het Huygens, maar voor de langere termijn is het Nationaal Archief een veel logischere plaats; die zijn daar helemaal op ingericht. Het is een van hun kerntaken. Ze moeten dus bij wijze van spreken in hetzelfde doosje worden opgeslagen als de gedigitaliseerde collectie. Maar hoe doe je dat, en wanneer? Dat is nog onontgonnen terrein. En het zou doodzonde zijn als over twintig jaar een andere onderzoeker of iemand uit het algemeen publiek naar die resoluties van de Staten-Generaal gaat kijken zonder dit werk te gebruiken.”
En erfgoedinstellingen staan daar ook welwillend tegenover?
“Zeker, al verschilt het nog wel per type erfgoed hoe belangrijk de wetenschap wordt gezien als doelgroep. Maar ik wil bereiken dat instellingen wetenschappers niet langer vooral als afnemer van erfgoed zien, maar ook als toeleverancier. Soms kennen zij je digitale collectie beter dan jijzelf.”
Weet NDE al hoe die archivering het best kan plaatsvinden?
“Nee, daar zijn we nog zoekende in. Misschien begint het met een bestuursuitspraak waarin we aangeven dat als er additionele informatie aan onze collecties worden toegevoegd, we deze ook willen bewaren. Maar ik zou ook heel graag in contact komen met onderzoekers die dit in de praktijk bij de hand hebben. We zouden hun denkkracht hierbij goed kunnen gebruiken. Onderzoekers slaan de data doorgaans netjes op bij DANS of een andere repository, maar als die echt gebaseerd zijn op erfgoed, hoe zorg je er dan voor dat ze bij de collectie van de erfgoedinstelling worden bewaard, en ook beschikbaar blijven op de lange termijn? Er zijn zoveel verschillende use cases, van annotaties op objecten tot aan linked data op een hele dataset. Daar kan van alles uitkomen en daar zou ik graag samen over nadenken. Zodat we kunnen uitproberen wat werkt. Bijna alle erfgoedinstellingen zullen die additionele data wel willen, dus als we na afloop van een project nou eens samen om tafel gaan zitten om te kijken hoe we dit nou echt veilig kunnen stellen… Daar wil ik onderzoekers hier graag toe oproepen.”
Daarin laat NDE dan dus echt het netwerk-aspect zien.
“Precies! We willen ook niks anders zijn dan dat en daar zijn we ook best streng in. We hebben geen pand of veel medewerkers, we proberen alleen onze netwerkpartners continu te ondersteunen, zodat er samengewerkt wordt. We hebben bijvoorbeeld het Termennnetwerk ontwikkeld, zodat termen overal op dezelfde manier gespeld worden en dus onderling te verbinden zijn met linked data. Maar NDE gaat in haar eentje zo’n dienst dan niet zelf in de lucht houden, dat wordt samen gedaan met organisaties uit het netwerk. Daarom werken we ook maar met een kleine staf.”
Kan NDE nog meer betekenen voor wetenschappers?
“Volgens mij wel. NDE is een echte netwerkorganisatie, dus doe vooral mee. Alle erfgoedinstellingen kunnen zich aansluiten, maar onderzoekers zijn ook welkom. Je hoeft geen manifest te ondertekenen, maar kom vooral naar onze bijeenkomsten als je onderzoek doet naar taal, cultuur, geschiedenis, kunst en dus leunt op erfgoed. Sommige onderzoekers weten ons al wel te vinden, maar dat zou ik graag nog meer willen aanwakkeren.”
Netwerk Digitaal Erfgoed
Het NDE wordt gevormd door organisaties die met digitaal erfgoed te maken hebben en zo hun kennis, tools en krachten bundelen. Zij sluiten zich aan door een manifest te ondertekenen. Rasch: “Dat zijn generieke principes van hoe je met digitaal erfgoed omgaat. En dan hoor je erbij.” De dragende instellingen, die samen het bestuur vormen, zijn KB nationale bibliotheek, Nationaal Archief, Beeld & Geluid, Nieuwe Instituut, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en KNAW Humanities Cluster.