Grootste WO2-archief digitaal doorzoekbaar

Het project Oorlog voor de Rechter maakt het grootste Tweede Wereldoorlog-archief van Nederland digitaal doorzoekbaar. Hiervoor heeft het Huygens Instituut speciale tools ontwikkeld.

Dagvaardingen, NSB-lidmaatschapskaarten, gerechtelijke uitspraken. Het Centraal Archief Bijzondere Rechtsplegingen (CABR) bevat 3,8 kilometer aan dossiers met daarin 30 miljoen pagina’s aan documenten over meer dan 450.000 personen die zijn onderzocht op mogelijke collaboratie met de Duitse bezetter. In het project Oorlog voor de Rechter werken het Nationaal Archief, WO2Net, het Huygens Instituut en het NIOD samen aan het digitaal doorzoekbaar maken van dit grootste Tweede Wereldoorlog-archief van Nederland.

Het Huygens Instituut is daarbij verantwoordelijk voor de techniek die intuïtieve raadpleging mogelijk maakt. Datamanager Lotte Baltussen vertelt: “In het project worden de ingescande dossiers eerst omgezet naar tekst. Daarna stellen we automatisch vast waar een document begint en eindigt, zodat bijvoorbeeld een proces-verbaal van twintig pagina’s als één unit wordt gepresenteerd en niet als twintig losse plaatjes.”

Baltussen doet daarnaast onderzoek naar gebruikersbehoeften. “Uit dat onderzoek kwam de wens naar voren om chronologisch te sorteren”, vertelt ze. “Daarom hebben we documentclassificatie ingezet en sorteren we de zoekresultaten op volgorde van het juridische proces. Een aangifte staat bijvoorbeeld aan het begin en een uitspraak meer aan het einde.”

Intuïtieve zoekmethode

Op verschillende plekken in de digitale omgeving krijgen gebruikers achtergrondinformatie aangeboden. Baltussen: “Met Named Entity Recognition geven we beschrijvingen bij termen uit een subset van de WO2-Thesaurus van het NIOD en WO2Net. Ook tonen we bij verschillende organisaties een organogram. Als iemand bijvoorbeeld ‘banleider’ bij de NSB was, kun je als gebruiker meteen lezen wat iemand dan deed en hoe hoog hij of zij in de ladder zat. En op de achtergrond werken we nog aan andere tools om het archief steeds beter doorzoekbaar te maken. Uiteindelijk zal het complete pakket draaien binnen de digitale infrastructuur van het Nationaal Archief.”

Al deze tools zorgen ervoor dat de CABR-data op een andere manier toegankelijk zijn dan via de traditionele archiefinventaris. Baltussen: “Zo’n inventaris is best handig, zelf werk ik er dagelijks mee, maar de meeste mensen zoeken niet op zo’n manier.” Baltussen denkt dan ook dat meer archieven zullen overstappen naar meer intuïtieve zoekmethodes, met contextuele samenhang tussen documenten. Baltussen: “Verschillende archieven tonen interesse in de tools die we voor Oorlog voor de Rechter hebben ontwikkeld. Dat is een mooie bijvangst van dit project.”

Digitaal meer mogelijk

“We hebben inmiddels ongeveer een derde van het CABR doorzoekbaar gemaakt, het digitaliseren duurt nog tot 2027”, besluit Baltussen. Omdat er een kleine kans bestaat dat sommige mensen die in het archief worden genoemd nog in leven zijn, kan het digitale archief om privacy-redenen alleen worden doorzocht op beveiligde computers in de studiezaal van het Nationaal Archief. Baltussen: “We zijn in overleg met de Regionale Historische Centra om ook op andere plekken in Nederland beveiligde toegang te bieden. Intussen werkt het ministerie van OCW aan een wetswijziging die het mogelijk moet maken om het CABR online te zetten.”

Via de website oorlogvoorderechter.nl kunnen geïnteresseerden thuis zoeken op namen van personen die zijn onderzocht. Dit geldt niet voor namen van bijvoorbeeld slachtoffers of getuigen. Baltussen: “Binnen de digitale omgeving kunnen deze namen wél worden gevonden. Dat zal voor onderzoekers en ook voor nabestaanden nieuwe informatie en nieuwe inzichten kunnen opleveren. Daarom is dit project zo bijzonder.”