‘Het geschreven woord is het uitgangspunt voor bewaren’

Historicus Martijn Kleppe is sinds kort het nieuwe hoofd Onderzoek van de Koninklijke Bibliotheek. E-data legt hem vijf uitspraken voor. De vijf uitspraken komen van experts die eerder dit jaar de thema’s uit de nieuwe onderzoeksagenda van de KB introduceerden.

1: De informatiemaatschappij

Valerie Frissen (directeur Stichting Internet Domeinregistratie Nederland en bijzonder hoogleraar ICT & Social Change, Erasmus Universiteit Rotterdam): ‘De rol van de bibliotheek in de informatiemaatschappij zou heel groot kunnen zijn, maar het is nog een hele weg om daar te komen.’

Kleppe: ‘In hun zoektocht naar informatie schakelen mensen online moeiteloos van Google naar Wikipedia naar Facebook, maar niet of heel beperkt naar bibliotheken. Terwijl het wel onze taak is om een gids te zijn in het informatielandschap. We moeten dus goed begrijpen hoe en waar mensen zoeken om ook op die plekken informatie aan te bieden waar ze van op aan kunnen. Daarnaast zien we dat mensen ook nog behoefte houden aan menselijk contact. Grote webwinkels als Amazon en Coolblue openen winkels in grote steden en cafés worden steeds meer gebruikt als ontmoetings- en werkplek. Een vraag die we ons dus stellen is: welke rol speelt een nationale bibliotheek, zowel digitaal als fysiek, in een veranderende informatiemaatschappij?’

2: Publicaties bewaren

Barbara Sierman (Digital Preservation Officer, KB): ‘Algoritmes bepalen wat we zien, weten we dan nog welke digitale publicaties we willen bewaren?’

Kleppe: ‘Het geschreven woord is het uitgangspunt van wat de KB bewaart. De vraag is alleen wat we nu nog verstaan onder het geschreven woord en welke typen publicaties we willen en kunnen opslaan. Digitale publicaties worden online geplaatst, herplaatst en gekoppeld aan data. Denk aan een multimediaal ebook, een blogpost, een tweet of een verrijkte wetenschappelijke publicatie. Wat kun je nog beschouwen als publicatie en hoe bewaar je die? Daarnaast zien we steeds meer gepersonaliseerde publicaties ontstaan, die op maat gemaakt worden voor consumenten. Hoe kunnen we dat soort uitingen bewaren en hoe zorgen we dat de data die we opslaan FAIR (Findable, Accessable, Interoperable en Reusable) blijven – ook als de technologie van vandaag op een dag verouderd is?’

“Het is onze taak om een gids te zijn in het informatielandschap”
foto Jos Uljee, Koninklijke Bibliotheek

3: Collecties ontsluiten

Johan Oomen (manager Kennis en Innovatie, Beeld en Geluid): ‘Handmatig kan niet meer, dus we hebben nieuwe technieken nodig, bijvoorbeeld gezichtsherkenning en sprekersherkenning. Het spannende is dat we zo heel andere vragen kunnen stellen aan die collecties.’

Kleppe: ‘Naast het duurzaam bewaren van onze collecties willen we deze ook optimaal beschikbaar stellen voor onze gebruikers. Het gaat dan over het verbeteren van de kwaliteit van digitale content zodat de computer het kan interpreteren, over het creëren van metadata, over het verrijken van de content én over het verspreiden ervan. Zeker bij het creëren van metadata heeft Beeld en Geluid grote stappen gemaakt waar de KB veel van kan leren. Omdat we steeds meer publicaties volledig digitaal tot onze beschikking hebben, kunnen we met behulp van taaltechnologie en beeldherkenning de teksten steeds beter interpreteren en automatisch laten beschrijven. Zo experimenteren we met het extraheren van personages en genres uit publicaties die we vervolgens kunnen toevoegen aan de metadata. Daarnaast kunnen we ook met behulp van beeldherkenning personen, voorwerpen en onderwerpen op bijvoorbeeld foto’s in digitale kranten identificeren. We werken hard om dit soort toepassingen verder te ontwikkelen zodat we ze op termijn beschikbaar kunnen stellen via bijvoorbeeld Delpher. Hierdoor zou je in de toekomst ook kunnen zoeken naar een gebouw op een foto terwijl de naam van het gebouw of het woord gebouw helemaal niet in het bijschrift van de foto staat.’

4: Gebruik van collecties

Maarten de Rijke (hoogleraar Information Retrieval, Universiteit van Amsterdam): ‘De KB kan extreem open zijn. Vertel maar gewoon wat je met de data, de logs doet.’

Kleppe: ‘Naast onze gedigitaliseerde collecties hebben we ook veel data over het gebruik van onze collecties en diensten. Hiermee beschikken we over Big Data-achtige gegevens waarmee we het gedrag van onze gebruikers kunnen analyseren en hen eventueel kunnen helpen in hun zoektocht naar (online) informatie. Dat doen we op een ethisch verantwoorde manier in een veilige en betrouwbare omgeving. Zo kijken we bijvoorbeeld graag naar het Responsible Data Science-consortium dat de nadruk legt op de FACT-principes van Fairness, Accuracy, Confidentiality en Transparancy.’

5: Impact op de samenleving

Harry Verwayen (directeur Europeana): ‘Begin met kijken of we wel de juiste dingen meten.’

Kleppe: ‘We willen steeds meer de lange termijn-impact van onze activiteiten in kaart brengen. Dat is geen eenvoudige opdracht, want hoe toon je je toegevoegde waarde? Hoe meet je maatschappelijke opbrengst? We weten wat ons bereik is onder de Nederlandse bevolking, hoeveel mensen onze diensten gebruiken en hoe tevreden ze zijn. Maar of hiermee op langere termijn de samenleving verandert, weten we niet. En dus willen we indicatoren ontwikkelen die de impact meten van de bijdrage van de KB aan een duurzame samenleving.’

Meer informatie over de KB en de toekomstplannen, zoals de vijf thema’s: informatiemaatschappij, publicaties, ontsluiten en delen, klant en impact staat op de website van de KB. 

kb.nl/organisatie/onderzoek-expertise/onderzoeksagenda-2018-2022

Martijn Kleppe

Martijn Kleppe is historicus. Na de afronding van zijn proefschrift Canonieke Icoonfoto’s (2013) werkte hij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit als onderzoeker in verschillende Digital Humanities-projecten gericht op het openen en koppelen van (audio)visuele collecties. Sinds februari 2016 werkt hij bij de KB, sinds maart dit jaar als hoofd van de afdeling Onderzoek.