Column: Een mooie taak voor het netwerk van bibliotheken

Het gaat goed met de kranten. De lezersaantallen stijgen, vooral online. Die ontwikkeling is voor een belangrijk deel te danken aan nepnieuws. Door alle commotie rond nepnieuws en de schandalen rond Cambridge Analytica en Facebook zijn steeds meer mensen zich ervan bewust hoezeer zij gemanipuleerd worden. En dus keren zij terug naar oude, vertrouwde nieuwsbronnen: dagbladen en de website van bijvoorbeeld de NOS.

Voor mij geldt hetzelfde: ik vertrouw minder op de nieuwsfeeds van Google en begin en eindig mijn dag meestal op de NOS-site. Met Facebook heb ik nooit veel gedaan en vanwege Cambridge Analytica heb ik mijn account verwijderd – je moet ergens een grens trekken. We zien dus een teruggaande beweging naar bronnen die hun betrouwbaarheid in het verleden hebben bewezen. Ik denk dat we een vergelijkbare ontwikkeling zullen zien bij grote bibliotheken. Lang golden die als de kennisbewaarplaatsen bij uitstek. Een goede bibliotheek beschikte over de nieuwste handboeken, de beste en meest relevante tijdschriften en de bibliothecaris of baliemedewerker (m/v) kon desgevraagd optreden als gids. 

De afgelopen vijftien jaar zijn bibliotheken op grote schaal gaan digitaliseren, al dan niet in samenwerking met Google. Ik ga zelf alleen nog naar een bibliotheek als ik boeken moet inzien die nog niet online digitaal beschikbaar zijn. Toch verwacht ik dat de komende jaren meer mensen lid zullen worden van een bibliotheek. Althans: als die zich, net als kranten, beter zullen positioneren als bronnen van betrouwbare kennis. Wat ik nu zie is dit: een bibliotheek als de Koninklijke Bibliotheek (KB) zet zich onder meer in om grote datasets beter te kunnen analyseren met nieuwe technologieën en kunstmatige intelligentie. Dat is lovenswaardig, maar volgens mij zou het tegelijkertijd nuttig zijn om ‘gewone’ gebruikers – scholieren, studenten, ouderen – te leren hoe zij bijvoorbeeld nepnieuws kunnen onderscheiden van echt nieuws. En hoe je kunt vaststellen of informatie op een site betrouwbaar is of niet. Gewoon slimmer en creatiever zoeken op internet dus.

Dat is natuurlijk geen taak van de KB alleen. Er bestaat een netwerk van openbare bibliotheken. De hele infrastructuur ligt er dus om bijvoorbeeld op lokaal niveau workshops aan te bieden hoe je optimaal gebruik kunt maken van internet en van gedigitaliseerde bronnen van onder meer bibliotheken. Je zou hier ook filmpjes over kunnen maken (er zijn er al een paar), maar in mijn ervaring werken workshops beter, want die zijn interactiever. Overigens zouden dergelijke workshops volgens mij niet alleen zinvol zijn voor scholieren, studenten en ouderen. Ik kom ook geregeld docenten en zelfs bibliothecarissen tegen die baat zouden kunnen hebben bij zo’n workshop of bijscholing. Internet is een uitdijend heelal waar je de prachtigste maar ook de onzinnigste informatie kunt vinden. Om niet te worden misleid door nepnieuws, keren mensen terug naar kranten en naar nieuwssites die zij vertrouwen.

“De bibliotheek maakt je slimmer, vaardiger en creatiever’’, luidt de missie van sommige bibliotheken, waaronder de KB. Ik vind dat een mooie missie, die zou kunnen worden verwezenlijkt als het netwerk van bibliotheken cursussen zou gaan aanbieden over hoe wij optimaal gebruik kunnen maken van internet. Voor jong en oud, voor beginners en gevorderden. Ik vermoed dat daar meer belangstelling voor zal bestaan dan voor slimme tools met de nieuwste technologieën, hoewel ook die moeten blijven worden ontwikkeld.

Ewoud Sanders, Taalhistoriscus en journalist. Sanders is vaste medewerker van onder meer NRC Handelsblad en Onze Taal. foto Leo van Velzen