Het leven van Kunstenaars 2.0

Met het initiatief ArtLives beogen het Huygens ING, Rijksmuseum en het RKD vroegmoderne kunstenaarsbiografieën digitaal te ontsluiten en te verrijken.

Kunstenaarslevens vormen een beknopt maar bepalend genre binnen de kunstgeschiedenis in de Lage Landen. Het eerste in zijn soort, het in 1604 door Carel van Mander geschreven Schildersboeck, bevat uitvoerige biografieën over in die tijd bekende Nederlandse en Vlaamse kunstenaars. In de periode tot 1840 schreven verschillende auteurs vervolgen op Van Mander, met aanvullende, soms overlappende maar soms ook aangepaste informatie over kunstenaars: hun opleidingen, hun belangrijkste werken, de locatie daarvan en soms de roddels die over hen de ronde deden.

Titelprent uit de tweede editie van Houbraken’s Groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen uit 1753. Afbeelding: Rijksmuseum Research Library, PDM 1.0

Rijke informatie

Jenny Reynaerts, senior conservator 18de en 19de-eeuwse schilderkunst bij het Rijksmuseum, neemt onder de noemer ArtLives het voortouw om deze nog altijd relevante contemporaine kunsthistorische bronnen digitaal te ontsluiten. “In geen ander land was er zo’n sterke traditie binnen het genre van Kunstenaarslevens als in Nederland. Deze boeken bevatten rijke informatie op het gebied van de Nederlandse kunstgeschiedenis en zijn bovendien van grote invloed geweest op de canon van de kunst.”

Het ArtLives-initiatief komt voort uit een in 2017 uitgevoerde haalbaarheidsstudie, gefinancierd door het Mondriaanfonds en het Rijksmuseum Fonds. Het beoogde project start met een pilot aan de hand van Arnold Houbraken’s Groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (1718-1721), het bekendste Kunstenaarsleven naast dat van Van Mander, met beschrijvingen over beroemde kunstenaars uit de Gouden Eeuw.

Integraal digitaliseren

In de geplande pilot voorziet ArtLives een vergelijkbare aanpak als The Mondrian Letters, een project van het Huygens ING en RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Houbraken wordt integraal gedigitaliseerd en de tekst wordt omgezet naar XML. Vervolgens worden verschillende named entities gelabeld om de tekst doorzoekbaar te maken en te analyseren op persoons- en instellingsnamen, locaties, kunstwerken en kunst- termen. Ook wordt de tekst semi-automatisch verrijkt met afbeeldingen en gestructureerde data uit RKDartists&, RKDimages en het Biografisch Portaal van het Huygens ING.

In ArtLives vormt de in de Kunstenaarslevens gebruikte kunstterminologie een bijzonder thema. Reynaerts: “In deze boeken wordt het eerste kunsthistorische en artistieke jargon geformuleerd. We willen dat jargon door de tijd heen volgen en veranderingen in vorm en betekenis analyseren. Dat is relevant voor de duiding van andere contemporaine bronnen. Dit onderdeel, ArtSpeak, vormt de laatste fase van het project, aangezien een dergelijke analyse pas kan als het totale corpus digitaal is verrijkt.”

Open content

Indien de pilot succesvol verloopt, wordt de verrijkte editie van Houbraken als open content online gepubliceerd. De resultaten van het project zullen dan worden geborgd in de digitale infrastructuren van de projectpartners.