“Multidisciplinair onderzoek is heel belangrijk én heel leuk”

Als leider van de onderzoeksgroep User Centric Data Science, co-director van Civic AI Lab en lid van ODISSEI’s Management Board is Jacco van Ossenbruggen een veelzijdig man. E-data sprak met hem.

Zijn er overeenkomsten in de manier waarop techniek wordt gebruikt in de geestes- en sociale wetenschappen? En wat is uw rol? 

“Ik zie mezelf als echte informaticus, één die geïnteresseerd is in de context waarin technologie wordt toegepast. Allebei de disciplines maken grote stappen in het gebruik van digitale tools. Hun onderzoeksmethodes zelf moeten ook veranderen. Dat vind ik een heel interessant proces om bij betrokken te zijn.
Bij de geesteswetenschappen is tool criticism gelanceerd als onderzoekspraktijk. Zelfs bij geesteswetenschappers heerst soms nog het idee dat wat uit een computer komt, neutraal is. Dat is natuurlijk niet zo. De computer doet wat geprogrammeerd is, met data die mensen geselecteerd hebben. Mensen realiseren zich dat steeds beter. Dan is de volgende vraag: kunnen de bij bronnenkritiek gebruikelijke vragen ook gesteld worden over digitale bronnen, zijn onze tools en systemen daar geschikt voor? Dat is de uitdaging voor mij en mijn vakgenoten.” 
Universiteiten passen hun curriculum aan op digitale toepassingen. Van Ossenbruggen signaleert dit ook, maar: “Soms gaat een cursus nog te veel over hoe je een bepaalde tool gebruikt. Het mag van mij wel kritischer gaan over wat de machine wel en niet kan, en of dat wel of niet past in de gebruikte onderzoeksmethode.” 


Van Ossenbruggen: “De geestes- én sociale wetenschappen maken grote stappen in het gebruik van digitale tools. Hun onderzoeksmethodes zelf moeten ook veranderen. Daar wil ik graag bij betrokken zijn.” Credits Bart van Vliet

•••

U heeft met zowel CLARIAH als met ODISSEI gewerkt. Wat kunnen deze infrastructuren van elkaar leren? 

“ODISSEI draait vaak om gevoelige data, terwijl bij CLARIAH de aanname vaak is dat de data open zijn of uiteindelijk gaan worden. De aandacht voor veiligheid is daarom groter bij ODISSEI. Andersom heeft CLARIAH verschillende KNAW-instituten die een natuurlijke partner zijn binnen de geesteswetenschappen, om CLARIAH op lange termijn te ondersteunen. Dit zouden de sociale wetenschappen meer moeten hebben, want dat maakt het makkelijker om een menselijke infrastructuur te bouwen die langer duurt dan een project.” 

•••

Zou er meer samenwerking moeten zijn? 

“Maatschappelijke vragen vereisen multidisciplinair onderzoek, dus ik ben voorstander van samenwerking, maar dit komt met extra overlegstructuren. Het is zaak dat je een helder gemeenschappelijk doel hebt. Als ODISSEI erin zou slagen een gemeenschappelijk portal te maken waarin alle in Nederland door sociale wetenschappers gebruikte en gemaakte onderzoeksdata vindbaar en herbruikbaar is, dan zou dat al een grote bijdrage zijn aan het onderzoekslandschap. Maar ook samenwerking tussen ODISSEI en een aantal geesteswetenschappelijke gebieden zou voor de hand liggen. Als je een platform voor contentanalyse uit CLARIAH zou combineren met sociale netwerkanalyse uit ODISSEI, dan is het wel van belang dat verschillende systemen met elkaar kunnen praten. 
Ik heb veel gedaan op het gebied van linked data van erfgoedinstellingen. Hoe stel je bijvoorbeeld culturele data beschikbaar voor AI op een manier dat data gelijkvormig genoeg zijn om er gemeenschappelijk mee te werken, terwijl ze ook specifiek genoeg blijven om recht te doen aan de unieke kant van een culturele instelling? Die trade-off zie je bij ODISSEI ook. Data en metadataschema’s moeten gelijkvormig genoeg zijn om in een gemeenschappelijk systeem nuttige dingen te doen, maar ook flexibel en uniek genoeg om unieke eigenschappen van een dataset naar voren te laten komen.” 

••• 

SSH heeft de informatiewetenschap nodig, maar wat heeft SSH te bieden? 

“Wat ik bij ODISSEI heel inspirerend vind, is de grote hoeveelheid gevoelige onderzoeksdata. Om daar goed mee om te gaan, met de idealen van open en reproduceerbare wetenschap toch de privacy van de mensen waarover de data gaat te waarborgen, dat vind ik heel interessant. Zoals gebeurt binnen ODISSEI bij de groep van Michel Dumontier in Maastricht: zij kijken naar manieren om AI en data-analyse-algoritmes naar de databron te brengen, in plaats dat de data naar de computer van de onderzoekers gaat. En dat natuurlijk op zo’n veilige manier dat de onderzoeker de data zelf nooit te zien krijgt, maar alleen de niet-gevoelige uitkomst van de analyse ziet. Maar: is onze wetgeving hier al op aangepast? Als de wetenschapper de data niet ziet, hoeft er dan ook geen toestemming voor gebruik te zijn? Dat uitpluizen is baanbrekend onderzoek. De combinatie van techniek en juridische kennis is cruciaal.” 

•••

U bent voorstander van multidisciplinaire teams, maar hoe ziet een multidisciplinair project eruit? 

“Het is een beetje de vloek van multidisciplinair onderzoek: iedereen vindt het nodig, maar onderzoeksvoorstellen moeten toch vaak door één discipline worden goedgekeurd, of publicaties moeten passen in een monodisciplinair tijdschrift. Ik probeer altijd een ‘computer science hoekje’ af te bakenen. Een infrastructuurproject zoals ODISSEI wil wetenschappelijke vragen beantwoorden en onderzoeksprototypes maken om hypotheses te testen. Dan probeer je de prototypes ook geschikt te maken voor een latere productieversie binnen de infrastructuur. Je belooft een innovatieve infrastructuur te bouwen, er moeten nieuwe dingen onderzocht worden waarvan we nu nog niet weten wat het antwoord is.
Multidisciplinair onderzoek is heel belangrijk, maar vooral ook heel erg leuk. Dat zit in de verschillende mensen die je ontmoet, wat betreft culturen, wetenschappelijke richting en afkomst, maar ook in het verschil in onderzoeksvragen: een sociaalwetenschappelijke of geesteswetenschappelijke onderzoeksvraag doet mij ook weer anders denken over mijn eigen technologische achtergrond, ik moet het ook wat anders doen als zij mijn tools willen gebruiken. Het is leuk om uit je comfort zone te gaan. Op een goede manier kan je elkaar sterker maken.”

cwi.nl/people/jacco-van-ossenbruggen 

Jacco van Ossenbruggen 

Jacco van Ossenbruggen is informaticus. Hij houdt zich bezig met de toepassing van technologie in de sociale en geesteswetenschappen. Hij is leider van de onderzoeksgroep User Centric Data aan de VU, co-director van het onlangs gelanceerde Civic AI Lab en lid van ODISSEI’s Management Board.