‘Het geheugen is een ingang naar het verleden’

In het oral history-project ‘Diplomatieke getuigenissen’ zijn 94 videogesprekken met voormalige Nederlandse diplomaten ontsloten. Het geeft een uniek inkijkje in het buitenlands beleid.

Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken , dr. Henry Kissinger brengt bezoek aan Nederland; persconferentie, Kissinger en Van der Stoel, 1976. Credit Bert Verhoeff / Anefo

Het buitenlands beleid van Nederland is al lange tijd een onderzoeksthema van het Huygens Instituut (KNAW HuC). Maar niet eerder werd een collectie met videomateriaal op­geleverd, die ook nog eens heel goed doorzoekbaar is. Het is een primeur in Nederland, vertelt projectleider Cees Heere. “Op deze manier wilden we een collectie creëren die het papieren archief kan duiden én aanvullen.” Heere nam zelf alle 94 interviews af die in de database te vinden zijn. Van elke video is ook een transcript gemaakt. Door de synchronisatie van tekst en video is de zoekfunctie erg dynamisch.

Zonder ruggespraak

Dat een collectie met mondelinge bronnen kennishiaten op kan vullen, staat voor de onderzoeker buiten kijf, vooral als het gaat om dit specifieke onderwerp. “Er zijn diplomaten die in de Koude Oorlog achter het IJzeren Gordijn gestationeerd waren, die continu gevolgd werden door de veiligheidsdiensten van het land waar ze verbleven. Daar is dus nooit iets over opgeschreven. Wij hebben ze gevraagd: hoe ging dat in zijn werk op de ambassade, welke maatregelen werden er genomen om ervoor te zorgen dat je je werk goed kon doen. Overigens waren alle mensen die ik heb gesproken gepensioneerd, zodat ze konden praten zonder ruggespraak.”

De diplomaten die geïnterviewd zijn, waren werkzaam in het buitenland van de late jaren 1950 tot de vroegere jaren 2020. Er is rekening gehouden met een goede spreiding van onderwerpen, zoals geopolitiek, ontwikkelings­samenwerking, Europese integratie, belangenbehartiging van bedrijven en consulaire diensten. Via-via en met hulp van het Ministerie van Buitenlandse Zaken kwam Heere bij de juiste personen terecht. Dat de geïnterviewden terugkijken op een periode in het verleden is volgens de onderzoeker een voordeel: “Achteraf kun je vaak beter bepalen wat destijds doorslaggevende factoren zijn geweest.”

Collectieve dialoog

Heere is zich ervan bewust dat het geheugen van de getuigen ook gekleurd is door het heden. “Dat we deze gesprekken hebben gevoerd tegen de achtergrond van de Oekraïne-oorlog is bijvoorbeeld van invloed geweest op de manier waarop mensen zich momenten in de geschiedenis herinneren. Zoals het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Er zijn meerdere diplomaten uit dat gebied die zich gesprekken met willekeurige voorbijgangers herinneren die hen vertelden: dit communistische systeem kan niet eeuwig duren. Doordat die voorspelling is uitgekomen, herinneren mensen zich dit. Dus het geheugen is niet neutraal, het is een ingang naar het verleden. Maar dat geldt ook voor het geschreven archief, dat is ook niet interpretatievrij. Er bestaat immers ook zoiets als een papieren werkelijkheid. Historici hebben de taak al die verschillende bronnen samen te brengen. Je zoekt continu naar een collectieve dialoog. Zo wordt het beeld van het verleden steeds completer.”

diplomatieke-getuigenissen.huygens.knaw.nl/