Het CBS heeft op basis van administratieve overheidsregisters persoonsnetwerken geconstrueerd van familie, huisgenoten, klasgenoten, buren en collega’s. Bronnen zijn onder andere de Basis-registratie Personen, de Polisadministratie en onderwijsinformatie van DUO.
Door Marjolijn Das (CBS/EUR/LDE Centre for BOLD Cities), Fijnanda van Klingeren (CBS), Jan van der Laan (CBS), Edwin de Jonge (CBS)
Vanuit deze bronnen is wel bekend dat mensen collega, familielid enzovoorts van elkaar zijn, maar niet of mensen ook daadwerkelijk contact met elkaar hadden. De netwerken moeten daarom gezien worden als een reservoir van potentiële contacten tussen mensen. De netwerkbestanden zijn beschikbaar in de Remote-Access-omgeving van het CBS en kunnen onder strikte voorwaarden door externe onderzoekers voor allerlei soorten wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt. De privacy van individuen wordt hierbij altijd beschermd door het CBS. De data bevatten geen direct identificerende kenmerken en zij kunnen en mogen uitsluitend voor onderzoek worden gebruikt, niet voor opsporing of profilering. Resultaten zijn dus nooit te herleiden naar individuen.
Het afgelopen jaar is door het CBS met deze netwerken onderzoek gedaan naar segregatie: hoe gescheiden leven mensen van verschillende herkomstgroepen van elkaar? En hoe zit dat bij mensen met verschillende opleidingsniveaus? Segregatie is een belangrijk maatschappelijk thema. Sociale groepen zijn er altijd geweest. Maar al te sterke segregatie wordt als ongunstig beschouwd, onder andere omdat het polarisatie kan versterken.
Netwerkanalyse
Het meten van segregatie via netwerkanalyses heeft veel meerwaarde. Gewoonlijk richt segregatie-onderzoek zich op segregatie binnen één specifieke context, meestal de buurt of de school. Met de persoonsnetwerken wordt segregatie bepaald in vijf verschillende dagelijkse contexten tegelijk. Daarnaast worden niet alleen directe contacten, maar ook indirecte contacten in het onderzoek betrokken: personen die een, twee of nog meer stappen verwijderd zijn in het netwerk. Dit doet recht aan het feit dat informatie, normen en waarden en voorbeeldgedrag niet alleen direct worden overgedragen maar juist als het ware door een netwerk heen sijpelen. De mate van segregatie wordt uitgedrukt in een segregatiescore. Deze houdt tevens rekening met de grootte van de verschillende groepen in de omgeving. Meer informatie over de berekening van deze score is hier te vinden.
Opleidingssegregatie
De opleidingssegregatie is tussen 2009 en 2020 afgenomen. Dat komt vooral door een steeds lagere segregatie onder laagopgeleiden (mensen zonder startkwalificatie). Dit is over de tijd heen een steeds kleinere en meer selectieve groep geworden. Er zijn tegenwoordig minder banen voor mensen zonder startkwalificatie en het onderwijsbeleid zet sterk in op het behalen van een startkwalificatie. Voor de groepsgrootte wordt gecorrigeerd in de segregatiescore, maar het is goed mogelijk dat mensen zonder startkwalificatie vroeger meer een eigen sociale groep vormden en tegenwoordig meer tussen anderen wonen en leven. In 2020 was de segregatie het hoogst onder mensen met een masteropleiding en het laagst onder mensen met een bacheloropleiding. In de Randstad is er gemiddeld meer segregatie dan in de rest van Nederland. Dat komt met name doordat de segregatie van mensen met een masteropleiding en van degenen zonder startkwalificatie in de Randstad groter is dan buiten de Randstad. Dit past bij het beeld van de stad als gebied van grotere sociale contrasten.
Herkomstsegregatie
Wat betreft herkomstsegregatie blijkt dat alle herkomstgroepen meer mensen van hun eigen herkomst in hun netwerk hebben dan op grond van toeval verwacht mag worden. Elke groep leeft dus in zekere mate gesegregeerd. Dit geldt het sterkst voor mensen met een Nederlandse herkomst, zij leven gesegregeerder dan andere herkomstgroepen.
Daarbij geldt ook nog: hoe hoger hun inkomen, hoe meer gesegregeerd het netwerk. Voor veel andere herkomstgroepen, zoals de Turkse, Marokkaanse en Nederlands-Caribische herkomstgroepen, is dat juist andersom: mensen met een hoger inkomen hebben een minder gesegregeerd netwerk dan mensen met een lager inkomen. Een mogelijke verklaring is dat er in ‘rijkere’ buurten en in werkkringen met veel hoog-betaalde banen verhoudingsgewijs meer mensen met een Nederlandse herkomst wonen en werken.
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/ 2023/15/opleidingssegregatie-in-nederland-gedaald