Van het Kalverstraats tot het Duvelhoeks

Het Amsterdam van de 19e eeuw telde bijna 20 verschillende sociolecten. Met het project Amsterdam Time Machine maakt het Meertens Instituut een reconstructie van de taal van deze tijd.

Sinds H.G. Wells de menselijke fantasie prikkelde met het idee van tijdreizen, hebben velen van ons ervan gedroomd om naar een andere tijd te gaan en ons onder te dompelen in de beelden, kleuren, vormen en klanken van die periode. Inmiddels ligt dit binnen onze mogelijkheden, hoewel anders dan de manier waarop Wells het zich eind negentiende eeuw had voorgesteld. In onze tijd is de computer de tijdmachine, en hij laat ons niet daadwerkelijk naar een vierde dimensie reizen, maar presenteert een virtuele reconstructie van het verleden.

In 1874 telde Amsterdam 19 dialecten; dialectologe Jo Daan heeft in 1949 in ‘Hij zeit wat. Grepen uit de Amsterdamse volkstaal’ de locatie van 18 daarvan gereconstrueerd. Credits Jo Daan.

Digitale reconstructie

Voor die reconstructie hebben we gekozen voor het Amsterdam van de negentiende eeuw. De Amsterdam Time Machine (ATM), gefinancierd door CLARIAH en gecoördineerd door Julia Noordegraaf (UvA), is gebaseerd op een gedetailleerde kaart met kadaster- en bevolkingsgegevens, die aan elkaar worden gekoppeld via HisGIS van Hans Mol (Fryske Akademy).
Het Meertens Instituut wil binnen ATM een reconstructie maken van de negentiende-eeuwse Amsterdamse dialecten. Daardoor hopen we het realiteitsgehalte te kunnen testen van de 19 verschillende Amsterdamse ‘tongvallen’ die volgens een boek van de taalkundige Johan Winkler uit 1874 aan het begin van de negentiende eeuw werden gesproken. Met ‘tongvallen’ worden sociolecten bedoeld, lopend van het Kalverstraats, ‘het beste en welluidendste amsterdamsch’ tot het Duvelshoeks, dat ‘in zijn platste platheid, doormengd [was] met tal van woorden uit de dieve- en bedelaarstaal’.
Van lang niet al deze tongvallen geeft Winkler voorbeelden. Binnen ATM gaan we de gegevens aanvullen met zoveel mogelijk gelokaliseerde data. We beschikken bijvoorbeeld over een groot aantal bronnen van het Amsterdamse Bargoens. Ook hebben we veel informatie over Jiddische leenwoorden in het Amsterdams, die globaal gelokaliseerd kunnen worden in het ‘Jodenhoeks’.

Waar is het origineel?

Prachtig materiaal levert ook een vragenlijst op die W.W. van Lennep en J.A. Alberdingk Thijm in 1877 aan een groot aantal Amsterdammers hebben voorgelegd. De meeste vragen betreffen de uitspraak. Zo bleek ‘ij’in ‘mijn’ of ‘ijs’ op vier verschillende manieren te worden uitgesproken: als ‘èè’, ‘aa’, ‘ei’ en ‘aai’. Die laatste uitspraak is sinds eind twintigste eeuw heel verbreid geraakt en valt onder het zogenaamde Poldernederlands. De door Van Lennep en Thijm gepubliceerde samenvatting van de antwoorden zijn heel waardevol. Maar wat zouden we graag de originele antwoorden met gegevens van de informanten willen terugvinden. Vooralsnog zijn we daarin niet geslaagd, maar wie weet heeft u als lezers van E-data een tip waar ze zijn te vinden…

Eind september / begin oktober vond de Time Machine 2018 conferentie plaats in het Tech Convention Center in Lausanne, Zwitserland. Meer informatie over dit event staat online: conference.timemachine.eu. create.humanities.uva.nl