Column: Samen kom je verder

Het universitaire beleid was de afgelopen dertig jaar gericht op het bevorderen van excellentie in onderzoek. Dit beleid toont nu zijn keerzijde, zo is te lezen in het recente Rathenau-rapport Excellent is niet gewoon (2018). Er is een academische cultuur ontstaan gericht op competitie. De wedijver speelt vooral tussen individuele onderzoekers, die zeer getraind zijn in het vinden van een specialistische onderzoeksniche in hun vakgebied waar zij belangrijke, nieuwe kennis aan kunnen toevoegen. De nadruk op individuele prestaties is echter niet bevorderlijk geweest voor het streven naar samenwerking – tussen onderzoeksgroepen, tussen disciplines en met partijen buiten de academie.

Grootse wetenschap kan juist door samenwerking ontstaan. Recent hebben we daar een prachtig voorbeeld van gezien. De eerste foto van een zwart gat kon alleen worden gemaakt door een wereldwijd consortium van sterrenkundigen en telescoop-eigenaren. Gelukkig begint ook in het brede domein van de sociale en geesteswetenschappen het inzicht te groeien dat gezamenlijk optrekken loont. In het rapport Samen sterker: Beeld van het SSH-domein (2018) roept kwartiermaker Mark Bovens op tot het maken van strategische plannen waarin gestructureerd wordt nagedacht over onderzoeksstrategieën en onderlinge afstemming. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor afzonderlijk disciplines binnen de sociale en geesteswetenschappen, én te investeren in inhoudelijke samenwerking over de grenzen van disciplines. Veel maatschappelijke vraagstukken vragen immers om een multidisciplinaire benadering.

Een landelijke visie en onderzoeksagenda is gebaat bij een gemeenschappelijke infrastructuur, één die de toegang tot en hergebruik van data faciliteert, afstemming tussen dataverzamelingen bewaakt, interoperabiliteit van datasets bevordert, helpt bij het onderhouden van cruciale langlopende dataverzamelingen, en verbetering van methoden van dataverzameling mogelijk maakt. Met gepaste trots noem ik ODISSEI, de Open Data Infrastructure for Social Science and Economic Innovations, eind 2016 opgericht op initiatief van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Inmiddels heeft ODISSEI 33 deelnemers: faculteiten (sociale wetenschappen, economie en bedrijfskunde, ruimtelijke wetenschappen, gezondheidsbeleid), CentERdata, planbureaus, Netherlands eScience Center, Nivel, SURFsara en onderzoeksinstituten van NWO en de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW). Alle deelnemers dragen financieel bij aan ODISSEI en onderschrijven daarmee dat data-infrastructuur een gedeeld goed en een gedeelde verantwoordelijkheid is.

ODISSEI heeft inmiddels verschillende faciliteiten voor het veld van de sociale wetenschappen gecreëerd. Een eerste betreft subsidies voor het gebruik van CBS-microgegevens over personen, huishoudens en bedrijven. De reikwijdte van de informatie die de CBS-registers bevatten over gezondheid, wonen, inkomen, criminaliteit, voorzieningengebruik, enzovoorts, is ongekend. Een tweede faciliteit betreft subsidies voor eigen dataverzamelingen via het LISS panel (Longitudinal Internet studies for the Social Sciences). Uiteraard kunnen de nieuwe data gekoppeld worden aan reeds verzamelde informatie over de panelleden en aan CBS-microgegevens. Een derde betreft de zogenaamde ODISSEI Data Facility (ODF), een gesloten omgeving op de Cartesius supercomputer van SURFsara, waar sociaal wetenschappers hun data kunnen verrijken met die van het CBS en tegelijkertijd gebruik kunnen maken van een buitengewoon groot rekenvermogen. Een faciliteit als de ODF bestaat nergens anders ter wereld.

Door samen te werken, beoogt het consortium van ODISSEI-deelnemers een betere data-infrastructuur te verwezenlijken, die de basis zal zijn voor betere wetenschap, die vervolgens kennis zal inzetten voor een betere samenleving. Alleen gaat het misschien sneller, maar samen kom je verder.

Pearl A. Dykstra

Ik geef de column door aan Maarten van Ham.

Pearl Dykstra

Pearl Dykstra is hoogleraar Empirische Sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en vicevoorzitter van de High Level Group van wetenschappers die de Europese Unie adviseren. Dykstra is een internationaal gewaardeerde specialist op het gebied van intergenerationele solidariteit, vergrijzende samenlevingen, gezinsverandering, ouder worden en de levensloop, en eenzaamheid. Naast wetenschappelijk directeur van ODISSEI is ze ook lid van de KNAW en diende ze van 2011-2016 als vicevoorzitter van de KNAW.