Het Atlantis van de ridderepiek

Letterkundigen duiden literatuur uit de middeleeuwen aan als ‘de verloren gegane wereld Atlantis’ of als ‘wrakhout van een aangespoelde vloot’. De grote vraag is: hoe groot was die vloot? Folgert Karsdorp en Mike Kestemont rekenden het uit.

Een eerdere ruwe schatting van historisch letterkundige Frits van Oostrom telde ruim honderd verschillende ridderepische teksten. Hij baseerde dit aantal op bestaande bronnen die verwijzen naar teksten die we niet kennen, de tekstgetuigen. Folgert Karsdorp (Meertens Instituut) en Mike Kestemont (Universiteit Antwerpen) besloten om de vraag te beantwoorden met een resampling methode, een methode nog niet eerder toegepast binnen historisch letterkundig onderzoek. 

Soortenrijkdom

Karsdorp licht toe: “Biologen bepalen aan de hand van observaties het werkelijke aantal diersoorten. Hierbij speelt een negatieve bias: het aantal getelde diersoorten is een onderschatting van de totale soortenrijkdom. Hetzelfde geldt voor middeleeuwse teksten. Door deze overeenkomst kwamen we op het idee om gebruik te maken van de statistische methoden die biologen gebruiken om de totale soortenrijkdom te bepalen.” De onderzoekers lieten zich in hun methodiek inspireren door Alex Mesoudi, hoog­­leraar Culturele Evolutie aan de Universiteit van Exeter (UK), die al in 2011 een pleidooi hield voor een Darwiniaanse studie van de ontwikkelingsgang van culturele fenomenen zoals literatuur. 

Karel ende Elegast is een ridderverhaal met een hoofdrol voor Karel de Grote, geschreven omstreeks 1270. Dankzij meerdere drukken uit de 15de en 16de eeuw is dit de enige Middelnederlandse Karelroman waarvan de volledige tekst beschikbaar is. Credits: KB

Nieuwe conclusie

Karsdorp en Kestemont gingen bij hun berekening uit van 74 unieke teksten en 164 tekstgetuigen. De eerste toegepaste methode was Jackknife resampling (knipmesmethode). Hierbij wordt elke tekstgetuige tijdelijk uit de data verwijderd. Op basis van deze methode werd een schatting gemaakt van (minimaal) 113 tot (maximaal) 128 teksten. De tweede methode was de methode-Chao, die op een verregaande manier gebruikmaakt van resampling. De schatting met behulp van deze methode kwam op 106 tot 219 teksten. Karsdorp: “Op basis van de uitkomsten is de schatting van Van Oostrom niet onmogelijk, maar wel erg conservatief. Volgens de laatste methode is het immers ook mogelijk dat we met 219 originele teksten te maken hebben gehad. Dat zou betekenen dat zelfs maar de helft van het totaal aantal teksten bewaard is gebleven.” 

DOI: 10.2143/SDL.61.3.3287540