Den lezer heil!

Dit is mijn laatste column voor E-Data, want ik vind dat ik mezelf een beetje begin te herhalen. Maar juist omdat het mijn laatste bijdrage is, vind ik dat ik mezelf enigszins mág herhalen.

Foto: Leo van Velzen


Onlangs gaf ik bij de Universiteitsbibliotheek Amsterdam een workshop voor boekwetenschappers. Onderwerp: hoe je als boekwetenschapper optimaal gebruik kunt maken van internet. Het zijn, zoals u weet, gouden tijden voor historici en boekwetenschappers. Nooit eerder hadden zij zo’n enorme rijkdom aan bronnen tot hun beschikking. Delpher, Digibron, Google Books, de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, archieven.nl – het kan allemaal niet op. Ik geef vaker lezingen over slimmer zoeken op internet, maar meestal is het grotendeels eenrichtingsverkeer: ik praat, de toehoorders luisteren. Ditmaal was het anders. Het ging om een workshop van drie uur, waarbij de deelnemers – na een verhaal van mij over zoekstrategieën – opdrachten moesten uitvoeren. Terwijl zij bezig waren, liep ik rond om op hun computerschermen te kunnen kijken. Dat was heel leerzaam. Een zoekstrategie die mij zelf heel veel heeft opgeleverd, noem ik kortweg ‘perifeer zoeken’. Wie bijvoorbeeld onderzoek doet naar mensen met een zwarte huidskleur, moet zich niet beperken tot zoektermen als neger, negerin en zwarte(n). Daarnaast zou je in Delpher ook zeker dit soort zoekopdrachten moeten proberen: ‘dikke lippen’ PROX kroeshaar. Je maakt dan gebruik van stereotyperingen en clichés waaraan weinig schrijvers weerstand hebben kunnen bieden. Nadat ik dit had uitgelegd, gaf ik mijn boekwetenschappelijke toehoorders de opdracht om te zoeken naar een portret/beschrijving van een boekengeleerde of boekenwurm.

Ik noem geen namen, maar er zaten hooggeleerde, bekende boekwetenschappers bij. Misschien had ik het niet duidelijk uitgelegd, maar het verbaasde mij nogal dat ik op diverse schermen de zoekopdracht ‘portret boekengeleerde’ en ‘portret boekenwurm’ zag verschijnen. Terwijl ik nog had geroepen: ‘Denk dus vooral aan clichés en stereotyperingen!’ Wat is een essentiële eigenschap van een boekenwurm? Dat hij of zij véél boeken heeft. Zoveel boeken dat die al snel op stapels terecht zullen komen. Stapels die vervolgens het risico lopen om stof te vergaren. Als ik zelf op zoek zou gaan naar een beschrijving/portret van een boekenwurm, zou ik dus zeker zoeken naar bijvoorbeeld ‘stapels boeken’ in de buurt van ‘stoffig’. Of bijvoorbeeld ‘boekenkasten’ in de buurt van ‘marokijn’ (een bij bibliofielen geliefde leersoort).

Wie zoekt op clichés en stereotyperingen, vindt clichés en stereotyperingen. Methodologisch lijkt dat een bezwaar, maar in de praktijk valt dat reuze mee. Mijn ervaring is dat je met dit soort zoekopdrachten teksten vindt die je zoekrepertoire enorm verrijken. Je stuit op spellingsvarianten als boeck-worm en synoniemen als boek(en)wrotter. Je vindt clichés en stereotyperingen waar je wellicht zelf niet meteen aan had gedacht, zoals boekenétagère. Kortom: binnen de kortste keren heb je een prachtig pallet aan zoektermen waar je véél meer mee vindt dan met een zoekopdracht als “portret boekgeleerde”.

Voor mij is dit inmiddels zo vanzelfsprekend dat veel van de zoekopdrachten die ik op de schermen van de toehoorders zag verschijnen, mij nogal verbaasden. Ik bedoel: ze waren eerder direct (bibliomaan bijvoorbeeld) dan associatief. Leerzaam was het wel. Net zoals ik het leerzaam vond om voor EData te schrijven. Ik heb dat sinds 2011 met veel plezier gedaan. Nu wordt het, in mijn ogen, tijd voor een andere columnist. Die ik met belangstelling zal volgen, want ik blijf dit tijdschrift natuurlijk lezen. Om met een oude groet te eindigen: den lezer heil!

Ewoud Sanders is taalhistoricus en journalist. Sanders is vaste medewerker van onder meer NRC Handelsblad en Onze Taal.