Wetenschappers en amateurs slaan de handen ineen

Metaalvondsten uit privéverzamelingen worden binnen het PAN-project geïnventariseerd, op een systematische manier beschreven en beschikbaar gesteld voor wetenschappelijk en erfgoedonderzoek.

De Vrije Universiteit (VU), projectleider van het PAN-project, heeft een databank ontwikkeld waarmee vondsten van metaaldetectorhobbyisten ontsloten kunnen worden. De vondsten worden professioneel gefotografeerd, gedetailleerd beschreven en door experts geclassificeerd met behulp van een uitgebreide versie van het Archeologische Basis Register (ABR).

Online toegang

De collectie (inmiddels zijn 41.000 objecten gemeld, waarvan er 11.500 online te vinden zijn) toont kledingspelden, munten, haarpinnen, kunstvoorwerpen en wapens. Soms zijn deze voorwerpen compleet, vaker gaat het echter om een klein onderdeel. De PAN-publiekswebsite bevat voor iedere vondst een uitgebreide beschrijving, foto en een determinatie van het referentietype. De exacte locatie en gegevens van de vinder zijn niet publiekelijk toegankelijk (om de vindplekken te beschermen), maar wel beschikbaar voor onderzoekers.

Laatmiddeleeuwse draaisleutel, gevonden in de buurt van Cuijk. Credits Addie Keizer, Stijn Heeren

Amateurs als hulpbron

Sinds 2016 is het gebruik van metaaldetectoren legaal, mits dit niet op een archeologische site gebeurt waar nog onderzoek plaatsvindt. Wel is er toestemming nodig van de landeigenaar en de verplichting de vondsten te melden. Levert dit geen risico op voor professionele archeologen? Stijn Heeren en Nico Roymans, initiatiefnemers van het project, geven in 2017 in een artikel in Trouw aan waarom dit niet het geval is: “Hobbyisten komen op plekken waar beroepsarcheologen niet komen en juist die vindplaatsen zijn interessant voor de wetenschap”. Heeren: “Archeologen hebben maar een beperkt aantal opgravingen per jaar, dan kun je één mooie vondst doen, maar of die in de regio veel voorkomt, valt lastig te zeggen. Met PAN kunnen we veel beter inschatten wat in een streek thuishoort, wat zeldzaamheden zijn en wat is geïmporteerd van ver weg”. Er is nog een reden dat een databank als PAN hoog tijd werd. “De metaaldetector kwam eind jaren zeventig breed beschikbaar. De jonge mannen van toen zijn nu op leeftijd en beginnen te overlijden. We moeten ze spreken, zodat ze op de kaart – soms bij benadering – hun vondstlocaties kunnen aanwijzen.”

Koppelen van data

Via thesauri, Linked-Open-Data-technieken en datamining van archeologische rapporten zal geprobeerd worden collecties aan elkaar te koppelen. Koppelingen met het Portable Antiquities Scheme (PAS) in Engeland en met nog op te richten databases als die van Denemarken zijn de volgende stappen. DANS zorgt voor de duurzame archivering van de PANdatabank en voor ontsluiting via ARIADNE en Europeana, zodat deze Nederlandse vondsten ook in Europees verband getoond en onderzocht kunnen worden.

www.portable-antiquities.nl/pan/#/public PAN is finalist Nederlandse Dataprijs! Zie researchdata.nl/nieuws-en-agenda/nieuws